Duinvallei in de Westduinen naast camping Kotestee in Ouddorp

Verhalen De familie Koote

Begin 17e eeuw – op de plek waar nu de Kotestee is – wordt De Ruiterswoning gebouwd. Volgens een historische bron was het een voormalige buitenplaats. Jacob Ruyter huurt dit tot 1635 van Aren Zuijl uit Goedereede. In 1668 wordt De Ruiterswoning verkocht, omdat Aren Zuijl veel schulden heeft.

Waarschijnlijk verkoopt hij de plek aan de kerk, want op 14 september 1710 kunnen we in het rechterlijk archief terugvinden dat Leunis Koote (1679-1719) en zijn vrouw Pieternella Ruijgentuijn (1682-1762) De Ruiterswoning kopen van de kerk in Ouddorp. Hiervoor wordt bij de kerk een lening afgesloten die in ongeveer 15 jaar wordt afgelost.

Na het overlijden van Leunis Koote in 1719 kan Pieternella de zorg voor de boerderij en haar kinderen niet meer alleen dragen. Ze krijgt daarom ondersteuning van de diaconie (armenzorg van de kerk). In ruil voor deze ondersteuning wordt de boerderij eigendom van de diaconie. In september 1742 wordt de boerderij voor 400 gulden verkocht aan de nog levende kinderen (Teunis, Joost, Leendert en Aaltje). Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat ze hun moeder levenslang zullen onderhouden. Leendert Koote is van deze vier kinderen de langstlevende en wordt zo uiteindelijk de enige eigenaar van De Ruiterswoning. De familie Koote heeft het terrein daarmee in bezit van 1710 tot 1794. Lange tijd was onduidelijk waar de naam Kotestee vandaan kwam. Maar inmiddels is duidelijk dat de boerderij en het erf zijn vernoemd naar de bewoners in de 18e eeuw.

"Een grove dieverije met verregaand geweld tegen een grijsaard en een weerloze jongdochter"

Overval met doodvonnis

In zijn laatste levensjaar wordt Leendert Koote bruut overvallen. Op woensdag 9 oktober 1793 komen drie mannen (Jan de Vries, Jan Kraan en Jacobus Weijman) met snode plannen samen in de buurt van Stad aan ‘t Haringvliet. Weijman heeft gehoord dat er bij een zekere Leendert Koote bij Ouddorp veel geld in huis is. Rond vijf uur ‘s middags bespreken de mannen dit en besluiten er naar toe te gaan. Tussen 11 en 12 uur ‘s avonds komen ze aan bij de oude boerderij op de Kotestee. Eerst wil het drietal door het dak naar binnen. Dat lukt niet en daarom forceren ze de schuurdeur. Maar de tussendeur naar het woongedeelte blokkeert de weg. Daarom gaan ze uiteindelijk via een kelderraam de boerderij binnen.

De 75-jarige Leendert Koote ligt te slapen en wordt door twee mannen uit bed getrokken en vastgebonden. Hetzelfde lot is voor de dienstbode, Maria Ruijgentuin, die vastgebonden op de grond wordt gezet met dekens en een matras over haar heen. De mannen halen geld uit de broekzakken van Leendert en uit de kast. Uit de schuur wordt een zak en een riem gehaald om alles mee te kunnen nemen. Voor ze vertrekken slepen ze de dienstbode naar de kelder en sluiten haar op. De mannen gaan er ongezien vandoor en in de buurt van Stellendam begraven ze de buit. Dit alles weten we door een latere bekentenis van het trio: ze worden namelijk al snel na de overval opgepakt.

Het feit dat een oude man gewelddadig is overvallen leidt tot veel ophef. Baljuw Grinwis beschrijft het als “een grove dieverije met verregaand geweld tegen een grijsaard en een weerloze jongdochter”. Op 30 april 1794 wordt het vonnis uitgesproken. De misdaad is diefstal met geweld. De straf: dood door het koord, oftewel ophanging aan de galg. Op 20 mei wordt het vonnis voltrokken. De overval op de Kotestee leidt tot het laatste doodvonnis op Goeree.

In een 64 pagina’s tellende akte uit 1794 is een zeer gedetailleerde lijst van de inventaris te vinden.

Overlijden Leendert Koote

Leendert Koote blijft tot zijn dood (op 6 augustus 1794) op de Kotestee wonen. Hij is vrijgezel en na zijn overlijden worden zijn bezittingen (waaronder het huis, schuur, boomgaard en haaygemeten) via een openbare inschrijving verkocht. De inventaris wordt afzonderlijk verkocht. In een 64 pagina’s tellende akte uit 1794 is een zeer gedetailleerde lijst van de inventaris te vinden. Zoals een mand eieren, een touw, een perenboom, een kalfdragende koe, houten klompen, een korf met honing, zilveren en gouden knopen etc. Ieder stuk inventaris is afzonderlijk beschreven en gewaardeerd.

Er zijn bij de openbare verkoop in 1794 twee bieders. Abram Voogd is degene met de hoogste bieding: 2000 gulden voor het onroerend goed. Daarmee worden Abram Voogd (1767-1837) en zijn vrouw Dimmetje Voogd-Tanis (1771-1844) op 31 oktober 1794 eigenaar van de Kotestee. Abram is al sinds zijn 9e jaar wees; zijn ouders overlijden als ze 37 (vader) en 41 (moeder) oud zijn. Als landbouwer weet hij op zijn 27e – met een garantstelling van zijn broer en een tweede persoon – de boerderij te kopen.

Wat extra bijzonder is: vanaf 1794 blijft het terrein door vererving of koop in dezelfde familie. Patrick Polie is daarmee vanaf 2025 de zevende generatie die het terrein in eigendom heeft.

Volgende verhaal: Kerkenpaden & Duinhekken
Deze site is geregistreerd op wpml.org als een ontwikkelsite. Schakel over naar een productiesite met de sleutel op remove this banner.